Het camino virus
blog

Ik ben besmet geraakt met het ‘virus’ door verschillende mensen om me heen, maar allereerst in 2015 door het boek ‘Ik ga op reis en laat achter’ van Simone Awhina te lezen. Een prachtig boek dat alle verschillende ervaringsniveaus van de Camino zo mooi beschrijft. Eerst het fysieke ongemak waar je doorheen gaat, dan de mentale uitdaging en hoe langer je loopt, ook de spirituele ervaring. De persoonlijke groei die deze vrouw doormaakte in dit boek maakte mij zo nieuwsgierig. Ik heb het boek in totaal 2 keer gelezen en het zaadje was geplant dat ik op een dag de Camino wilde lopen.
Mijn eerste Camino liep ik in 2019, ik startte met de Camino Primitivo - de allereerste Camino uit de geschiedenis van de pelgrims, dat idee sprak me wel aan. Ook is deze Camino een stuk minder druk dan bijvoorbeeld de Francés; nog een manier om mezelf uit te dagen om echt bij mezelf te komen. Tegelijkertijd is de Primitivo ook een stuk korter dan de Francés en dit kwam me ook goed uit voor het geval ik helemaal niet van wandelen hield. Twee oud-collega’s hadden goede ervaringen met deze Camino en dat maakte uiteindelijk mijn keuze. Met de gouden tips ‘als je denkt verkeerd te zijn gelopen, dan is dat waarschijnlijk ook zo’ en ‘geen bergschoenen dragen’ ging ik op pad.
Ik vond het zo ontzettend spannend om alleen op reis te gaan. Ik zag al voor me hoe ik alleen ’s nachts door het bos zou wandelen met angstige stemmetjes in mijn hoofd, heel eng! Terwijl ik op mezelf woonde in Amsterdam durfde ik de nacht van tevoren niet eens alleen thuis te slapen, kan je nagaan.
Aangekomen in Bilbao en vervolgens in Oviedo, bleek alleen reizen een stuk relaxter te zijn dan ik dacht. Ik had super veel aanspraak en miste daardoor de bus zelfs bijna. Zo, de angst van het alleen zijn was in ieder geval snel getackeld.
Wat ik me het meest herinner van deze tocht is dat ik in de eerste dagen hardop aan het dansen en zingen was. Dit voelde echt zo bevrijdend. Op de Camino keek ik met een afstandje naar mijn leven waarin ik was vastgelopen. Ik kwam uit een corporate wereld die voor mij veel te rigide was, het draaide allemaal om presteren. De Camino liep ik daarentegen helemaal niet om te presteren, terwijl veel mensen in mijn kennissenkring het een hele prestatie vonden. Ik liep de Camino om mezelf te voeden met zo weinig mogelijk prikkels en veel frisse lucht en vrijheid. Ik had er zin in.
Op mijn Camino ontmoette ik ook mijn eigen Camino familie. Een groep van Spanjaarden en Italianen met wie ik amper kon communiceren als enige persoon die Engels sprak, maar het was een warm bad, ik voelde me zo gedragen. We hebben gezongen en gedanst onderweg en ons ondergedompeld in de lokale cultuur.
Mijn tweede Camino was al een sluimerend verlangen, toen een goede vriendin van mij me uitnodigde om samen de Camino Frances te lopen. Toch was de beslissing om mee te gaan geen gemakkelijke. In 2019 was ik terecht gekomen in een fikse burn-out (dat had ik nog niet door tijdens mijn eerste Camino) en mijn conditie was verre van fit. Omdat ik toch graag mee wilde verkocht ik aan mezelf dat ik fysiek weer kon opknappen van de Camino, weer sterker kon worden.
Grappig genoeg gebeurde het tegenovergestelde, op een derde van de Camino - net na Burgos - ging ik bijna tegen de grond. Ik was kapot, helemaal op. Ik had een pauze nodig en werd uiteindelijk vlak voor Astorga gedwongen mijn vriendin en groep achter te laten. Na een emotioneel afscheid met mijn vriendin stond ik er alleen voor. We wisten beide dat deze splitsing ontzettend nodig was en waren dankbaar voor de weken die we samen hadden gereisd. Ik weet nog precies toen ik de volgende dag de Camino weer opstapte; toen begon mijn Camino pas echt.